wildgroei

Hodgkin - Prognose

Prognose en ziektestadium

De ziekte van Hodgkin wordt onderverdeeld in 4 stadia, afhankelijk van hoe ver de tumor zich verspreid heeft. Stadium I en II zijn plaatselijke stadia terwijl stadium III en IV verder gevorderde, verspreide of uitgezaaide tumoren zijn. Stagering is een belangrijke bron van informatie. Het helpt de dokter om de afloop of de prognose te bepalen en na te gaan welke therapeutische benadering men dient te volgen. Het stadium beschrijft of de kanker zich verspreid heeft in het lichaam.

Stadium I (vroegtijdig stadium van de ziekte)

Aantasting van één gebied van de lymfeknopen, OF één orgaan of gebied buiten de lymfeknopen. (Overlevingskans na 10 jaar is ongeveer 90%.)

Stadium II (locale uitbreiding van de ziekte)

De kanker wordt teruggevonden in twee of meer lymfegebieden aan één kant van het diafragma (de ademhalingsspier die de buikholte scheidt van de borstholte) OF de kanker wordt aangetroffen in één lymfekliergebied en een nabijgelegen gebied of orgaan eveneens aan dezelfde kant van het middenrif. (Kans op overleving na 10 jaar 90%)

Stadium III (uitbreiding van de ziekte)

De ziekte omvat lymfeklieren van zowel boven als beneden het diafragma OF een lymfeknoopgebied en een orgaan aan verschillende kanten van het diafragma. (Overlevingspercentage tussen 50% en 80%)

Stadium IV (Verspreide ziekte)

Het lymfoom is terug te vinden buiten de lymfeknopen en milt EN heeft zich verspreid naar één of meerdere organen zoals bot, beendermerg, huid of andere organen. (Overlevingspercentage na 10 jaar 50 %)

Verdere onderverdeling

Elk stadium van de ziekte van Hodgkin wordt verder onderverdeeld in een "A" en "B" categorie, afhankelijk van de symptomen die de patiënten hebben bij het stellen van de diagnose. Sommige patiënten hebben symptomen die hun ganse lichaam aantasten (zogenaamde systemische symptomen). Voorbeelden hiervan zijn koorts, nachtelijk zweten en gewichtsverlies. Patiënten die deze symptomen hebben, krijgen de letter "B" na het stadium van hun aandoening. De "A" categorie wordt gebruikt om een persoon aan te geven die geen systemische symptomen heeft. Deze patiënten kunnen een iets beter prognose hebben dan de patiënten met systemische symptomen. De "E" categorie wordt gebruikt wanneer de ziekte zich rechtstreeks vanuit een lymfeknoop naar een orgaan heeft verspreid.