HCL - Medicatie en hun betekenis
Chemotherapeutica :
Nuleoside analoge
2- chlorodeoxyadenosine (2-CDA) en 2' deoxycoformycine of Pentostatin (DCF) zijn purine analogen. Ze blokkeren op cellulair niveau het mechanisme waarmee een cel energie kan opslaan. Het zijn dus remmers van het metabolisme van de cel.
Deze stoffen zijn zeer sterk werkzaam bij de HCL.
DCF
Deze stof werd het eerst geïsoleerd uit een bacterie, en bleek effectief tegen een aantal lymfoïde neoplasma's, en vooral tegen de HCL.
De standaard behandeling bestaat uit een therapie die IV om de andere week wordt gegeven en dit gedurende drie tot zes maanden, tot een optimale respons is bereikt.
Het is nog onduidelijk of een onderhoudsbehandeling daarna nodig is.
De algemene respons bedraagt 80% waarvan 65% een complete respons en 15% gedeeltelijke respons. De respons treedt meestal zeer snel op, is meestal al zichtbaar na 2 weken.
Bijwerkingen van de behandeling :
Koorts
Nausea, braken,
Keratoconjunctivitis
Huidrash
Slaperigheid
Men dient de dosis van het product aan te passen bij patiënten met een verminderde nierfunctie
Beenmergonderdrukking:dit kan al snel na een eerste behandeling optreden, vooral bij die patiënten met een hoge graad van beenmergaantasting bij diagnose. Deze patiënten zijn dan ook bijzonder gevoelig voor het oplopen van infecties.
De verminderde immuunafweer kan tot 14 maanden na het gebruik van dit geneesmiddel duren. Gelukkig kwamen er in die periode toch geen belangrijke opportunistische infecties voor bij het overgrote deel van de patiënten.
2- CDA
Ook dit is een anti- metaboliet, en het is een uniek product omdat het zowel werkzaam is bij delende als niet- delende cellen. Dit is namelijk niet het geval bij de meeste klassieke chemotherapeutica, die enkel werken op zich delende cellen.
2- CDA wordt toegediend in een 7 daagse cyclus door middel van een continu infuus.
De algemene respons van de behandeling bedraagt 94% waarvan 82% een complete respons, en 12% een gedeeltelijke respons vertoont.
Bijwerkingen van de behandeling:
Koorts is de voornaamste bijwerking. De hoogte van de koorts kwam zelfs overeen met de respons op de behandeling. Toch kwam er bij deze patiënten geen belangrijke infectie voor, de koorts werd dus waarschijnlijk veroorzaakt door de vrijzetting van bepaalde stoffen(cytokines) uit de cellen die vernietigd werden door het product.
Onderdrukking van de immuniteit
Net zoals bij DCF kan deze onderdrukking zeer lang aanhouden, zonder dat de patiënt daarvan nadeel ondervindt.
Sommige afweercellen blijken zich pas na 2 jaren na de initiële behandeling te herstellen.
Van alle nieuwe producten tegen HCL lijkt dit het meestbelovende.
Biologic Respons Modifier:
Interferon
Behandeling met Alpha Interferon, zowel type 2a (Roferon A) als type 2b (Intron A) kan ook gebruikt worden in de behandeling van HCL, doch is minder effectief als Pentostatin of Cladribine. Het wordt in deze indicatie nog gebruikt voor die patiënten die niet reageren op de vorige geneesmiddelen.
De gemiddelde respons bedraagt 64%, waarvan 10% een complete respons vertoon en 54% een gedeeltelijke. Het exact mechanisme waarmee interferon deze respons bereikt is nog niet opgehelderd.
Interferon wordt driemaal per week toegediend onder de vorm van een subcutaan spuitje. Dit kan de patiënt zelf aanleren. Momenteel zijn er van de twee soorten interferon handige injectiepennen op de markt, te vergelijken met de insulinepennen.
De behandeling dient een jaar te worden volgehouden.
Soms is echter een langere onderhoudsbehandeling nodig om het effect te behouden.
Bijwerkingen van de behandeling:
Vermoeidheid, koorts , spier- en botpijnen (zogenaamd grieppaal syndroom), meestal goed onder controle te brengen met paracetamol.
Verder kan ook een rash optreden, alsook roodheid ter hoogte van de injectieplaats, milde misselijkheid, diarree.
Zeldzaam kunnen kaalheid, acute leverontsteking, ontsteking van de kleine gewrichten en verminderd libido voorkomen als bijwerkingen.
Fludarabine
Dit product is vooral actief bij CLL, en er is nog maar weinig ervaring met dit product in de behandeling van HCL.
Alhoewel de resultaten minder spectaculair zijn dan met de vorige producten, zijn er gedeeltelijke responsen vastgesteld.
Chloorambucil
Chloorambucil ( Leukeran) werd vroeger in deze indicatie gebruikt toen er nog geen interferon voorhanden was. De resultaten vielen mager uit, soms werden de patiënten hierdoor zelfs slechter met een toename van de beenmergonderdrukking. Een studie waarbij leukeran in lage dosis werd toegediend toonde een gedeeltelijk respons bij patiënten die leukeran innamen gedurende 6 tot 24 maanden, na het verwijderen van de milt.
Andere producten
Zijn voorlopig zeer weinig werkzaam tegen deze ziekte en vertonen teveel bijwerkingen om in deze indicatie nuttig te kunnen zijn.