wildgroei

HCL - Gevolgen

Lichamelijke klachten en afwijkingen

Pancytopenie

Dit wil zeggen dat de patiënt een tekort heeft zowel van de rode bloedcellen(bloedarmoede), de witte bloedcellen en de bloedplaatjes. Het beenmerg staat namelijk in voor de aanmaak hiervan, en de werking van gezonde cellen in het beenmerg wordt nu onderdrukt door de massale aanwezigheid van de harige cellen.

Lage RBC (anemie)
Dit komt voor bij ongeveer 86% van de gevallen, vermoeidheid komt voor in 25% .

Lage WBC
Dikwijls(43%) ziet men een belangrijke afname van de afweercellen, de neutrofielen (dit is een specifieke groep van de witte bloedcellen), doch in 20% van de gevallen kan er een leukemische fase zich ontwikkelen, met een teveel aan WBC dus.

Omwille van het sterk verminderd aantal afweercellen zijn deze patiënten bijzonder gevoelig voor infecties (in 40 à 45% van de gevallen). Hierbij is een infectie met welbepaalde bacterieën en schimmels gevreesd.

Lage bloedplaatjes
Komt voor in +/- 84%, met als gevolg gevaar voor bloedingen.

Spenomegalie

Oftewel miltvergroting(+/- 93%).
Zelden vormt de miltvergroting een probleem, onder de vorm van een spontane miltscheur, wat dan een levensbedreigende complicatie is. De milt is dan massaal ingenomen door de hairy cells.

Vergrote lymfeklieren

(14% van de gevallen)
Dit is dus niet zo frequent, zeker niet als men dit vergelijkt met de CLL.
Toch komen vergrote klieren meer voor dan oorspronkelijk gedacht, omdat men met de huidige technische onderzoeken (CT scan en dergelijke) ze ook beter opmerkt. Soms is de lymfekliervergroting zo ernstig dat de patiënt er last van ervaart.
Bijvoorbeeld, de lymfeklieren kunnen zodanig vergroot zijn dat ze drukken op het ruggenmerg en aldus een verlamming veroorzaken. Gelukkig is dit een zeer zeldzame complicatie.

Andere labo- afwijkingen

* leverfunctiestoornissen
* verhoogde gammaglobulines (hypergammaglobulinemie)
, zeldzaam echter monoklonaal (in tegenstelling tot de CLL, waarbij er vaak een te laag aantal gammaglobulines zijn).
Harige cellen zijn namelijk zogenaamde B- lymfocyten en die maken Immunoglobulines aan. Dit zijn een bepaald soort eiwitten die helpen in de afweer tegen infecties. Net zoals alle B- lymfocyten maken ook de harige cellen zo'n eiwitten aan, en deze kunnen gedetecteerd worden in het bloed.

Zeldzame afwijkingen bij HCL

Het samen voorkomen van immunologische aandoeningen zoals Polyarthritis Nodosa, en vasculitis is mogelijk.
Door belangrijke beenmerginvasie kan er diffuse osteoporose optreden of lytische botletsels (gaatjes in het bot).
Het grote gevaar hiervan is het optreden van spontane fracturen.

Psychische klachten en problemen

Elke patiënt zal bij het horen van de diagnose " harige cel leukemie " overdonderd worden omdat vooral het laatste deel van deze term, namelijk leukemie, ontzettend hard klinkt. Toch wordt door de arts best meteen de volledige term vermeld, maar ook volledig uitgelegd, hetgeen uiteraard de nodige tijd zal vereisen. Op die manier zal de patiënt van de eerste schrik kunnen bekomen, en dit van meet af aan, aangezien, zoals reeds vermeld, de prognose helemaal niet slecht is, en dit in tegenstelling tot sommige andere vormen van leukemie.

Door de patiënt meteen alles uit te leggen en er geen doekjes om te winden vermijdt men misverstanden in de toekomst, want vroeg of laat valt het woord leukemie toch, bijvoorbeeld als patiënt de bijsluiter leest van de geneesmiddelen die hij krijgt toegediend. Wanneer de patiënt dan hiermee geconfronteerd wordt zonder directe professionele hulp in de buurt, kunnen er ernstige misverstanden ontstaan zodanig dat de arts- patiënt relatie zelfs in gevaar komt.

Vanzelfsprekend zal de patiënt zich zorgen maken bij het horen van de diagnose. Best wordt er openlijk over gepraat met vertrouwenspersonen uit zijn naaste omgeving, wat op termijn kan leiden tot een betere verwerking van de diagnose dan het probleem steeds maar uit de weg te willen gaan. Uiteraard is de beslissing over met wie over de ziekte wordt gepraat individueel bepaald.
Ook zijn er maatschappelijk assistenten en andere hulpverleners werkzaam in het ziekenhuis waarmee de patiënt in vertrouwen kan praten, en bovendien kunnen deze hulpverleners de patiënt helpen om zo gewenst in contact te komen met lotgenoten. Uit ervaring blijkt immers dat de meeste patiënten hier vooral nood aan hebben na de behandeling. Met hen kan de angst en onzekerheid gedeeld worden hetgeen op termijn de patiënt kan verlichten van zijn grootste zorgen.